Fair Play: de laatste handgemaakte hengels

Achter in de tuin staat een huisje waar ik mijn hengels bewaar. Lang geleden was het de werkplaats van de dorpssmid, maar nu is het mijn vissershuisje. Er hangen hengels die ik al veertig jaar in mijn bezit heb, andere hengels zijn nog ouder. Die kocht ik van andere vissers of verzamelaars – tweedehands vind ik in dit geval zo’n rotwoord. Maar natuurlijk heb ik ook nieuwe hengels, van carbonfiber en strak in de lak.

Hoe oud de hengel is waarmee ik vis vind ik niet belangrijk. Wel hecht ik belang aan de manier waarop ze zijn gemaakt. Of, om het maar meteen duidelijk te stellen: ik houd van handgemaakte hengels. Niet zo’n stok die met honderden soortgenoten uit de één of andere machine kwam tuimelen, maar een hengel waar een hengelbouwer met veel liefde en vakmanschap aan heeft gewerkt. Ik stel mij voor hoe de hengelbouwer de nog maagdelijke blank in zijn handen heeft gehad, hoe hij testte, boog en overwoog om te bepalen wat voor hengel het moest worden. Waar de sluiting moest komen en waar de geleideogen. Hoe hij de kurken selecteerde voor het handvat, hoe hij geduldig de wikkelingen aanbracht en met zijn wijsvinger – nog steeds de beste ‘kwast’ voor het lakken van hengels – de laklagen aanbracht. Hoe hij tenslotte met een zeer kritisch oog naar het eindresultaat keek. Vissen is een kwestie van techniek, maar ook van gevoel en intuïtie, en een goede hengel is met behulp van dezelfde elementen samengesteld. Vissen is een individuele bezigheid. Dat sluit aan bij de aard van de handgemaakte hengel. Iedere handgemaakte hengel is uniek, zoals iedere serieuze sportvisser.

Dat veel van de hengels in mijn vissershuisje al flink wat jaren meegaan, heeft een reden. Ik heb een serie prachtige handgebouwde splitcanehengels en de fabrikant daarvan bestaat nog steeds. Alleen is hij een hele tijd geleden overgestapt op fabrieksmateriaal. De nieuwe hengels van deze fabrikant zijn dood, zijn splitcanehengels - ondanks hun hoge leeftijd - nog steeds springlevend. Ieder seizoen geniet ik van het vakmanschap waarmee deze hengels vijftig, of misschien wel zestig jaar geleden zijn gebouwd. Met glashengels die ik bezit is het ongeveer hetzelfde. Schitterende hengels, met groot gevoel gebouwd, alleen nu niet meer te koop, want de fabrikant heeft er de brui aan gegeven. Failliet, gefuseerd of overgenomen, dat weet ik niet precies. En zo zijn er meer voorbeelden.

Het kopen van een handgemaakte hengel wordt steeds moeilijker. Toen ik las dat de firma Jan Schreiner & Zoon op zoek was naar iemand die de zaak kon overnemen, werd het mij zwaar te moede. Schreiner behoort tot de laatsten die nog zelf hengels bouwen op de manier zoals ik hierboven beschreef. Dat geldt voor de spinhengels, de karperhengels, de brasemhengels, de vliegenhengels en voor elke andere hengel waarop het Fair Play logo staat. Ik vreesde een scenario waarin één van de grote handelshuizen de firma Schreiner zou overnemen om vervolgens fabriekhengels op de markt te brengen met het bekende Fair Play logo. Waar kon een mens dán nog heen voor een handgemaakte hengel? Gelukkig werd mijn nachtmerrie geen werkelijkheid. De firma Schreiner heeft een opvolger gevonden. Die hengels met de hand gaat bouwen en die op dit moment volop in opleiding is om de traditie op ouderwetse wijze voort te zetten. Met nieuwe materialen, met nieuwe inzichten die horen bij de hedendaagse visserij, maar wel met de bekende basis: ouderwets vakmanschap. Dat is goed nieuws voor iedereen die van echte hengels houdt. Het kopen van een handgemaakte hengel is nu eenmaal een emotioneel hoogtepunt dat ik niet graag zou willen missen.

Frits Beutick
juni 2013