![]() |
Om met lichte lijnen en lichte hengels grote
vissen te bevissen moet vooral de hengel aan een groot aantal voorwaarden
voldoen. Hij moet eigenschappen bezitten waaraan het vele hengels ontbreekt.
We zullen een aantal van de belangrijkste opnoemen. In de eerste plaats, en dan krijgt men er een verhelderende kijk op, moet een werphengel worden gezien als een mechanisch hulpmiddel. Tal van handelingen blijken niet mogelijk te zijn zonder van dit hulpmiddel gebruik te maken. Met een werphengel moet moeiteloos en precies worden geworpen. Na een aanbeet moet er een haak mee worden gezet. En er moet een vis mee worden gedrild en geland, binnen een zo redelijk mogelijk tijdsbestek. Om goed te kunnen werpen, vastslaan en drillen moet een hengel een bepaalde spankracht opbouwen die in verhouding moet zijn tot het te werpen gewicht. Daarbij dient de hengel niet alleen een vastgesteld werpvermogen te bezitten maar ook een progressieve buiging. Een progressieve buiging wil zeggen dat een goede hengel altijd een buiging en actie moet bezitten die vanaf het topoog tot aan de handgreep een geleidelijk in kracht toenemende spanning gaat vertonen. Hengels met een dergelijke buiging en actie werpen niet alleen zeer perfect, maar bij het zetten van een haak, (vooral tijdens het drillen van een vis) geven zij een bijna volmaakte demping. Deze demping moet worden gezien als een transformatie van de kracht (die een te drillen vis uitoefent) die omgevormd wordt tot andere krachtsverhoudingen. Als een hengel aan bovenstaande eigenschappen voldoet, kan men spreken van een hengel met een perfecte, niet te verbeteren, krachtsdistributie. Alleen op deze wijze kan goed gebruik gemaakt worden van de slip van de molen. Wanneer u zich
werkelijk aangetrokken voelt tot dit onderwerp, en dus geinteresseerd
bent, doen wij u een unieke aanbieding. Wij maakten voor u een brochure
"Zinvolle hengelpraat". In begrijpbare taal, maar wel erg volledig, omschrijven
wij daarin aan welke eisen goede hengels moeten voldoen. |